Rolandseck
beeld: publ. domein (via Wikipedia)
Opnieuw een vertaling van een gedicht uit de reeks uit Vers et Prose (1913), vertaald en toegelicht door dichter Leo van der Sterren. ‘Rolandseck’ is een zogenaamd ‘Rijngedicht’, dat herinnert aan Apollinaires verblijf in Honnef in 1901, waar hij werkte als privéleraar voor de dochter van de adellijke weduwe Élinor Hölterhoff. Onderstaand beeld is een Ansichtkaart uit die tijd met het uitzicht vanuit Honnef op Rolandseck, Nonnenwerth en het Zevengebergte, die alle in het gedicht worden genoemd.
Rolandseck
Guillaume Apollinaire | vertaling en noten door Leo van der Sterren
In Rolandseck droomde ik op de groene oever 1
De non van Roland op het eiland Nonnenwerth
Leek oud onder de meisjes te passeren
De zeven bergen sliepen als de beesten
Die uiteindelijk doodop de vermaarde prinsessen bewaakten 5
En dromend wachtte ik op het rechthoekige pont
Mensen daalden af om de rivier over te steken
Drie dames met hanovriaanse tongval
Wierpen zomaar rozenblaadjes in de Rijn
Die op een ader van Jouw Lichaam lijkt zo nobel 10
Op de weg langs de stroom en bevlekt met schaduw
Vluchtten trillend van angst
Als onwaardige ridders de auto’s
Terwijl stroomaf op de Rijn de boten gingen
In de stoom 15
– – – – –
A Rolandseck je rêvais sur la rive verte 1
La nonne de Roland dans l’île Nonnenwerth
Semblait passer ancienne parmi les fillettes
Les sept montagnes dormaient comme les bêtes
Enfin lasses qui gardaient les princesses légendaires 5
Et rêvant j’attendais le bac rectangulaire
Des gens descendant venaient aussi pour passer le fleuve
Trois dames au parler hanovrien
Effeuillaient sans raison des roses dans le Rhin
Qui semble une veine de Ton Corps si noble 10
Sur la route bordant le fleuve et tachée d’ombre
Fuyaient tremblant de peur
Comme des chevaliers indignes les autos
Tandis qu’au fil du Rhin s’en allaient des bateaux
A vapeur 15
Noten
titel Rolandseck is thans een bosrijke villawijk van Remagen in Rijnland-Palts. De hoger op de heuvels gelegen ruïne van het kasteel van Rolandseck, volgens één van de vele legende die de ronde deden, de woonstede van de beroemde paladijnse ridder uit de tijd van Karel de Grote, Roland, biedt uitzicht op het Siebengebirge op de oostelijke oever van de Rijn, met als blikvanger de Drachenfels met het enorme kasteel op de top van die heuvel. Iets ten zuiden van Rolandseck ligt de Apollinarisberg met de Apollinariskerk, genoemd naar de heilige Apollinaris wiens relieken in de veertiende eeuw naar Remagen kwamen. De streek staat bekend om zijn kuuroorden, maar vormt ook een toeristische trekpleister. Vooral in het begin van de negentiende eeuw krijgt de streek te maken met een invasie van reizigers, vooral uit Engeland, die een vleugje van de dan al vermaarde Rijn-romantiek op willen snuiven. Zo doorkruisten Samuel Taylor Coleridge en William Wordsworth, vergezeld door de dochter van Wordsworth, Dora, het gebied in 1828. Een manuscript met een relaas door Dora Wordsworth van deze reis door België, Nederland en Duitsland wordt bewaard in Dove Cottage in Grasmere waar The Wordsworth Trust en The Wordsworth Museum gevestigd zijn. In haar reisverslag rept Dora van de Apollinarisberg. Apollinaire verbleef vanaf eind oktober 1901 een aantal weken in de streek, maar of hij zich bewust was van het bestaan van de Apollinarisberg is niet bekend.
regel 2, Nonnenwerth Nonnenwerth is een eiland in de Rijn tussen Rolandswerth en Bad Honnef. De benedictinessenabdij die vanaf de twaalfde eeuw op het eiland stond, werd in 1854 door franciscanessen overgenomen die o.a. een meisjespensionaat zouden voeren. ‘De non van Roland’: in een Duitse versie van de Rolandlegende zou Roland afkomstig zijn uit de Rijnstreek. Roland zou zich hebben verloofd met Hildegonde. Als Hildegonde het bericht krijgt dat Roland in een gevecht met de Saracenen gesneuveld is, treedt zij in het klooster Nonnenwerth in. Wanneer Roland terugkeert naar de Rijnstreek en beseft dat hij Hildegonde niet meer kan huwen, bouwt hij de burcht Rolandseck om snel na Hildegondes dood eveneens te sterven.
regel 3 Had Hildegonde in 1901 nog geleefd, dan zou ze ongeveer 900 jaar oud zijn geweest. De meisjes zijn denkelijk die van het pensionaat.
regel 4, zeven bergen Siebengebirge
regel 5 De Rijnstreek met zijn burchten en ruïnes komt sprookjesachtig over. Prinsessen die door dieren (draak – in het Siebengebirge ligt de Drachenfels) bewaakt worden of gevangen worden gehouden, het motief komt in veel sprookjes voor. Misschien zelfs een verwijzing naar de Nibelungensage en Wagners Der Ring des Nibelungen.
regel 8 Heeft de verwijzing naar Hanover iets te maken met het House of Hanover dat gedurende de negentiende eeuw de vorsten leverde die over Groot-Brittanië regeeerde? In januari 1901 was koningin Victoria overleden als laatste van het huis van Hanover. Apollinaires collega Annie Playden zal hierover ongetwijfeld iets geweten hebben. Wellicht spraken de dames Engels of kwamen ze adellijk over. Het lijkt me sterk dat Apollinaire zelf na een verblijf van enkele maanden in Duitsland al de capaciteit bezat om een accent te herkennen uit een streek in Duitsland die enkele honderden kilometers ten noorden van de Rijnstreek lag.