Zone, de vertaalbattle
voorpaginabeeld: François Georgin, Napoléon blessé à Ratisbonne, Gallica.fr / BnF
Met ‘De Mirabeaubrug’, ‘Het regent’, ‘De herfsttijlozen’ en ‘De dromedaris’ behoort ‘Zone tot de bekendste gedichten van Guillaume Apollinaire (Willem Balders). Onlangs verscheen een nieuwe Nederlandse vertaling in de bloemlezing Het raam gaat open als een sinaasappel. We vergelijken zes vertalingen van vijf passages.
beeld: manuscript Alcools, Gallica.fr / BnF
De vertalers en hun vertalingen
COU | Kiki Coumans | Het raam gaat open als een sinaasappel (Vleugels, 2017) |
CLAE | Paul Claes | Zone (Druksel, 2012) |
STER | Jan Pieter van der Sterre | De mooiste van Apollinaire (Lannoo Atlas, 2007) |
BLOE | Rein Bloem | Apollinaire: woordvoerder van de avantgarde(…) (Hannema-de Stuers Fundatie, 1999) |
DAS | Jaap Das | online gepubliceerd |
WAL | Aldert Walrecht | Zone (Kwadraat, 1981) |
Passage 1: r1–2
À la fin tu es las de ce monde ancien
Bergère ô tour Eiffel le troupeau des ponts bêle ce matin
COU Ten slotte ben je deze oude wereld beu / Eiffeltoren herderin hoor vanmorgen de bruggenkudde blaten
CLAE Ten slotte ben je deze oude wereld moe / Herderin o Eiffeltoren de kudde bruggen blaat jou vanochtend toe
STER Je hebt het wel gehad met die stokoude aarde / Ach herder Eiffeltoren de bruggenkudde die vanochtend blaat
BLOE De dag dat jij de oude wereld achterlaat / Hoedster van de bruggen Eiffeltoren luidt klinkt uw geblaat
DAS Tenslotte ben je de oude wereld zat / Herderin Eiffeltoren de kudde van de bruggen blaat vanmorgen
WAL Op den duur heb je van d’oude wereld genoeg / Herder o Eiffeltoren de kudde bruggen blèrt vanmorgen vroeg
‘Zone’ opent met een afrekening met de klassieke wereld, maar doet dat met een alexandrijn, een klassieke dichtregel van twee keer zes lettergrepen: A la fin tu es las | de ce mond’ an-ci-en. De regel zit vol vaart doordat hij begint met een salvo van éénlettergrepige woorden: a-la-fin-tu-es-la-de-ce-mond’. De vertalingen van Van der Sterre en Bloem zitten daar het dichtste bij, maar beiden vertalen nogal vrij. Jaap Das benadert die energie wat mij betreft daarna het meest. Paul Claes biedt de woordelijk meest kloppende regel en slaagt erin de eerste twee regels net als het Frans te laten rijmen.
Omdat de Eiffeltoren een ‘rok’ heeft, is de letterlijke vertaling herderin in de tweede regel het beste, maar Van der Sterre en Waldrecht kiezen toch voor een geslachtsverandering (waar Apollinaire op zich niets op tegen zou hebben, maar waarom zou je dat hier doen?). Ik vind opnieuw de tweede regel van Das het meest welluidend, gevolgd door die van van der Sterre.
Waldrecht doet overigens iets interessants door vormen als ‘d’oude’ te gebruiken. Hiermee spiegelt hij Apollinaires gebruik van traditionele dichtconventies, zoals de alexandrijn.
Mijn punten: DAS 6, CLAE 5, COU 4, BLOE 3, STER 2, WAL 1
NB Dit is een subjectieve beoordeling, maak je eigen keuze!
Passage 2: r15–18
J’ai vu ce matin une jolie rue dont j’ai oublié le nom
Neuve et propre du soleil elle était le clairon
Les directeurs les ouvriers et les belles sténodactylographes
Du lundi matin au samedi soir quatre fois par jour y passent
COU Vanmorgen zag ik een mooi straatje de naam is me ontschoten / Nieuw en helder was het een klaroen in de zon / Van maandag tot zaterdagavond wordt het viermaal doorkruist / Door directeuren arbeiders en charmante stenotypistes
CLAE Ik zag vanochtend een mooie straat die als nieuw glom / Ik weet de naam niet meer van die klaroen van de zon / Fabrieksbazen arbeiders en knappe stenotypistes passeren hier / Van maandagochtend tot zaterdagavond elke dag een keer of vier
STER Ik zag vandaag een fraaie straat de naam is me ontschoten / Als een klaroenstoot voor de zon zo nieuw en proper / Daar lopen vier keer daags zes dagen in de week / Knappe stenotypistes bazen en werknemers doorheen
BLOE Vanochtend zag ik een droomstraat de naam ben ik kwijt / Kraakhelder en als nieuw tettert de zon wijd en zijd / De directeuren de werklieden en de mooie stenotypistes / Doordeweeks viermaal op straat vroeg of laat je kunt ze niet missen
DAS Ik heb vanmorgen een aardig straatje gezien waarvan ik de naam vergeten ben / Nieuw en helder was het als de toeter van de zon / De directeuren de werklui de mooie stenotypistes / Komen er van maandagmorgen tot zaterdagavond vier keer per dag door
WAL Ik zag vanmorgen een leuke straat waarvan de naam m’ontschoten is / Ze was de loftrompet der zon zo opgeruimd en fris / Directeurs werklieden en schone steno-typistes komen er dravend / viermaal daags door van maandagsmorgens tot zaterdagsavonds
Deze vier regels hebben twee aan twee halfrijm in het Frans. Walrecht laat de directeuren en stenotypistes draven om dat voor elkaar te krijgen. Van der Sterre wisselt de derde en vierde regel om, en Claes laat het straatje glimmen voor het halfrijm op een nasale toon, net als het origineel. Rein Bloem gaat wat mij betreft net als Walrecht te ver met ‘wijd en zijd’ om de regels te kunnen laten rijmen. De oplossing van Claes lijkt mij de mooiste. De niet-halfrijmende vertaling van Coumans loopt lekker en komt het meest natuurlijk over. Alleen ‘doorkruisen’ klopt lijkt mij niet voor een straat.
Mijn punten: CLAE 6, COU 5, STER 4, DAS 3, BLOE 2, WAL 1
Passage 3: r59–62
L’aigle fond de l’horizon en poussant un grand cri
Et d’Amérique vient le petit colibri
De Chine sont venus les pihis longs et souples
Qui n’ont qu’une seule aile et qui volent par couples
COU De arend schiet weg van de horizon en slaakt een luide kreet / En uit Amerika komt de kleine kolibri / Helemaal uit China de lange lenige pihi’s / Ze hebben maar één vleugel en vliegen altijd in paren
CLAE De arend stort met groot gekrijs uit het verschiet / Uit Amerika komt de kleine kolibrie / Uit China kwamen de kleine pihi’s die wiegen / Op één vleugel en die in paren vliegen
STER De adelaar stort krijsend van de kim omlaag / De kleine kolibrie komt uit Amerika / Uit China komen de lange lenige pihi’s / Die altijd twee aan twee en met één vleugel vliegen
BLOE De adelaar stormt start pijlsnel van de einder en slaakt een rauwe kreet / De lilliputter kolibri komt inmiddels uit de States / De pihi’s lang en lenig zijn in China afgereisd / Op één vleugel zie je ze vliegen paarsgewijs
DAS De adelaar stormt aan van de einder onder het slaken van een luide schreeuw / En uit Amerika komt de kleine colibri / Uit China zijn de lange lenige pihi’s gekomen / Die maar één vleugel hebben en in paren vliegen
WAL De arend klieft met een rauwe kreet de horizon / En uit Amerika het kolibrietje komt / Uit China zijn de pihi’s lang en lenig komen aangevlogen / Die slechts één vleugel hebben en bij paren vliegen ongelogen
Aldert Walrecht maakt zijn (half)rijmoplossing vrij bont met zijn ‘En uit Amerika het kolibrietje komt’, in de stijl van ‘Om mijn oud woonhuis peppels staan’ van J.H. Leopold. Maar weer niet zo bont als Rein Bloem. Claes laat de pihi’s ‘wiegen’ om op ‘vliegen’ te rijmen. Van der Sterre verandert werkwoordstijden en Coumans laat in ‘Helemaal uit China de lange lenige pihi’s’ het werkwoord zelfs weg, maar haar zinnen lopen opnieuw mooi natuurlijk. Jaap Das heeft afgezien van de eerste regel een strakke woordelijke vertaling. Daarmee wordt het meest duidelijk dat de pihi’s wel in paren móeten vliegen omdat ze maar één vleugel hebben.
Mijn punten: STER 6, COU 5, DAS 4, CLAE 3, WAL 2, BLOE 1
Passage 4: r109–112
Te voici à Amsterdam avec une jeune fille que tu trouves belle et qui est laide
Elle doit se marier avec un étudiant de Leyde
On y loue des chambres en latin Cubicula locanda
Je me souviens j’y ai passé trois jours et autant à Gouda
COU Nu ben je in Amsterdam met een meisje dat mooi lijkt maar het niet is / Ze moet trouwen met een student uit Leiden / Er worden kamers in het Latijn verhuurd Cubicula locanda / Ik weet het nog goed ik was er drie dagen en even lang in Gouda
CLAE Nu laat je je in Amsterdam door een lelijk meisje verleiden / Ze zal vast trouwen met een student uit Leiden / Daar verhuren ze kamers in het Latijn Cubicula locanda / Ik weet het ik was er drie dagen en even lang in Gouda
STER Nu ben je in Amsterdam met een meisje dat lelijk is en dat je mooi vindt / Waarschijnlijk gaat ze trouwen met een Leids student / Ze verhuren er kamers in het Latijn Cubicula locanda / Dat weet ik nog ik ben er drie dagen geweest en even lang in Gouda
BLOE Verkeren in Mokum is mooi dat had je gedacht mooiniet is bekend / Lijdzaam zou zij trouwen met een Leidse student / In het Latijn worden kamers verhuurd Cubicula locanda / Ik bleef er drie dagen even lang als in Gouda
DAS Nu ben je in Amsterdam met een jong meisje dat je mooi [vindt] maar ze is lelijk / Ze gaat trouwen met een student uit Leiden / Men verhuurt er kamers in het Latijn Cubicula locanda / Ik weet het nog ik ben er drie dagen geweest en ook in Gouda
WAL Nu ben j’in Amsterdam mmet een meisje dat je mooi vindt en dat lelijk is / Ze zal met een student uit Leiden treden in het huwelijk / In het Latijn verhuurt men kamers daar Cubicula locanda / Ik weet nog dat ik er drie dagen doorbracht en evenveel in Gouda
Hier is de vraag wat ‘Elle doit se marier’ betekent. Het kan blijkbaar zowel ‘moet trouwen’ als ‘gaat trouwen’ zijn, waarbij het laatste waarschijnlijker is. Maar het zal niet historisch zijn; Apollinaire vond het gewoon leuk vond om ‘laide’ en ‘Leyde’ aan elkaar te koppelen (net als ‘Rosendael’ met ‘réel’ in Le Poète assassiné). Ik kies hier voor de meest woordelijke vertalingen van Van der Sterre en Das. Bloem vliegt opnieuw uit de bocht. Hij is duidelijk een vertaler uit een ander tijdperk.
Mijn punten: STER 6, DAS 5, CLAE 4, COU 3, WAL 2, BLOE 1
Passage 5: r148–149
Et tu bois cet alcool brûlant comme ta vie
Ta vie que tu bois comme une eau-de-vie
Score | |
Kiki Coumans | 23 |
Paul Claes | 22 |
Jan Pieter van der Sterre | 21 |
Rein Bloem | 8 |
Jaap Das | 20 |
Aldert Walrecht | 11 |