Do the Clang
Een van de beste boeken over Engelse dichtvormen is The Book of Forms van de Amerikaanse dichter Lewis Putnam Turco. Het is aan de ene kant een degelijk naslagwerk met gedetailleerde beschrijvingen van versvormen en de theorie van regelmatige verzen. Ik wist niet dat er een technische term bestond voor het toevoegen van een extra onbeklemtoonde lettergreep aan het einde van een jambische regel, maar dat weet Turco wél en die term staat erin vermeld. Aan de andere kant in The Book of Forms het verslag van een ontdekkingsreis langs (bijna) alle dichtvormen die door Engelstalige dichters zijn uitgeprobeerd.
De ondertitel van het boek luidt: ‘A Handbook of Poetics – Including Odd and Invented Forms’. Met van de bladzijde afspattend plezier in het geven van een degelijke uitleg geeft Turco instructies en voorbeelden van de meest obscure dichtvormen, zoals negentiende-eeuwse ontdekkingsreizigers verslag deden van de gewoonten van een verre vreemde stam. De hoeveelheid aan inventieve vormen doet soms ook denken aan al die dansvormen die in de vorige eeuw werden geïntroduceerd, zoals de Twist, de Loco-Motion, de Hokey Pokey, de Lambada etc. Voor de goede orde: ook alle reguliere vormen worden door Turco behandeld.
Prawn Madras
Een van de verborgen parels in The Book of Forms is een vorm genaamd de Clang, uitgevonden door Llewelyn Hugh Nicholas. Hij bestaat typisch uit twee kwatrijnen in regelmatige verzen volgens het rijmschema a b c niet-b / d niet-b e b. Door het regelmatige metrum verwacht je waarschijnlijk eindrijm, maar die wordt in het eerste kwatrijn niet geleverd. In het tweede kwatrijn worden de in het eerste deel verwachtte rijmen alsnog gebruikt. Het is alsof je een trui binnenstebuiten aantrekt en dit onmiddellijk herstelt.
De combinatie van verrassing en rijm zou moeten zorgen voor een gedicht dat gemakkelijk onthouden wordt. Vandaar dat de Britse dichteres Caroline Gill de Clang uitprobeerde voor een instructiegedicht voor een Indiaas gerecht:
PRAWN MADRAS
Stir in the juice of jungles
and add a pinch of spice,
a whiff of sun-dried coconut
plus cardamom and prawn.Select a mellow mango
to match the sky at dawn:
prepare the chutney, lick your lips
and savour saffron rice.
Caroline Gill, ‘Prawn Madras’, oorspronkelijk gepubliceerd in Lewis Putnam Turco, The Book of Forms – A Handbook of Poetics, Including Odd and Invented Forms, Revised and Expanded Edition, UPNE 2011. © Caroline Gill (www.carolinegillpoetry.com), reproduced with permission.
Ik vraag me af of je een Clang werkelijk gemakkelijk onthoudt. Maar deze vorm omzeilt het belangrijkste bezwaar tegen eindrijm: de voorspelbaarheid. Een kookboek met voor elk gerecht een Clang lijkt mij hoe dan ook een geweldig idee. Caroline Gill zou eens moeten bellen met Nigella Lawson of met Madhur Jaffrey.