De vermoorde dichter III: Zwangerschap
beeld: Pixabay, publ. dom.
We vertalen De vermoorde dichter (Le poète assassiné). Wat vooraf ging: II. Verwekking.
Al snel merkte Macarée dat ze zwanger was van Viérselin Togoboth. ‘Dat is naar’, dacht zij eerst, ‘maar de medische wetenschap heeft veel vooruitgang geboekt. Ik kan er vanaf wanneer ik maar wil. Ach, die Waal! Zijn werk zal voor niets zijn geweest. Is Macarée in staat het kind van een zwerver op te voeden? Nee, nee, ik veroordeel dit embryo ter dood. Ik wil me deze foetus van slechte komaf me niet eens herinneren. En jij, mijn buik, als jij wist hoeveel ik van je houd, sinds ik jouw goedheid ken. Wat? Jij accepteert het om de lasten te dragen die je op je pad vindt? Veel te onschuldige buik, je bent mijn zelfzuchtige ziel onwaardig.
Wat zeg je, o mijn buik? “Je bent wreed, je scheidt kinderen van hun vaders.” Nee!, ik hou niet meer van jou! Je bent gewoon een gevulde zak, o mijn buik, met je lachende navel, o mijn elastische buik, met je baard, strak gespannen, bol, pijnlijk, rond, zijdezacht, die tot de adel wordt verheven. Want jij wordt adel, ik vergat het, o mijn buik, schoner dan de zon. En jij zal ook het kind van de Waalse zwerver tot de adel verheffen, je kunt je meten met het dijbeen van Jupiter*. Wat een ellende! Het had weinig gescheeld, of ik had het kind van een nobel ras gedood, mijn kind dat al leeft in mijn geliefde buik.’
Ze opende plotseling de deur en riep: ‘Mevrouw Dehan!, juffrouw Baba!’
Met een gerammel van deuren en sloten kwamen de huisbazinnen van Macarée aanrennen.
’Ik ben zwanger’, riep Macarée, ‘ik ben zwanger!’
Ze zat wijdbeens op haar bed, haar huid was donszacht. Macarée was smal in haar taille en breed aan de zijkant.
’Arm kleintje’, zei madame Dehan –die aan één oog blind, besnord, slap in de heupen en mank was– ‘arm kleintje, u weet niet wat u te wachten staat. Na de bevalling zijn vrouwen als de schilden van kevers, die kraken onder de voeten van voorbijgangers. Na de bevalling zijn vrouwen niet meer dan dozen vol met ziektes (kijk naar mij!)’, eierschalen vol betoveringen, bezweringen en andere tovermachten. Jaja, u heeft het mooi voor elkaar.’
—Onzin, zei Macarée. Vrouwen hebben de plicht om kinderen te krijgen en ik weet heel goed dat dit meestal heel gelukkig uitpakt voor zowel hun lichamelijke als geestelijke gezondheid.
—Aan welke kant bent u ziek?, vroeg juffrouw Baba.
—Hou toch op zeg!, zei mevrouw Dehan. Zoek liever mijn fles met Elixir de Spa en vergeet de glaasjes niet.
Juffrouw Baba bracht het elixer. Ze dronken ervan.
Dat is beter, zei mevrouw Dehan; na zo’n emotie moet ik even kalmeren. »
Ze schonk zichzelf nog een glaasje elixer in, dronk het op en ving met haar tong de laatste druppeltjes op.
’Stelt u zich voor, zei ze vervolgens, stelt u zich voor mevrouw Macarée… Ik zweer het op wat voor mij het meest heilig op aarde is –juffrouw Baba kan er net als ik van getuigen– dit is de eerste keer dat er zoiets gebeurt met een van mijn huursters. En er zijn er genoeg geweest! Louise Bernier, die de ‘Schol’ werd genoemd, omdat ze zo plat was; Marcelle la Carabinière (haar onbeschoftheid was grenzeloos!); Josuette, die in Christiania aan een zonnesteek is gestorven, de zon wilde zich zo wreken op Jozua; Lili de Mercœur, een grote naam, zo leek het (niet de hare natuurlijk), en verder tamelijk onfatsoenlijk voor een chique vrouw, het wordt geschreven als ‘Mercœur’: “Het moet worden uitgesproken als Mercure”, zei ze met haar mond getuit als een kippenkont. En weet u, zo is ze geëindigd, ze hebben haar als een thermometer met mercurium† gevuld. ’s Ochtends vroeg ze me; “Hoe warm wordt het vandaag?”, maar ik antwoordde haar altijd met: “U zou dat beter moeten weten dan ik …” Nooit, nooit zijn ze bij mij zwanger geraakt.’
—Wacht even, dat gaat te ver, zei Macarée. Ik ben het ook nog nooit geweest. Geef me adviezen, maar hou ze alstublieft kort.
Op dat moment stond ze op.
‘Oh!’, riep mevrouw Dehan, ‘wat zijn uw billen mooi van vorm! Wat een glans! Wat zijn ze wit! En zo mollig! Juffrouw Baba, mevrouw Macarée gaat een kamerjas aantrekken. Dien de koffie op en neemt u ook de bosbessentaart mee.’
Macarée trok een hemd aan en schoot een kamerjas aan waarvan de ceintuur bestond uit een Schotse sjaal.
Juffrouw Baba kwam terug; op een groot deinblad bracht ze kopjes, de koffiekan, de kopjes, de koffie- en de melkkan, de honingpot, beboterde boterhammen en de bosbessentaart.
’U wenst goede raad’, zei mevrouw Dehan terwijl ze met de rug van haar hand de koffie met melk wegveegde, die op haar kin droop. ‘Laat uw kind dopen’
—Dat zal ik doen, zei Macarée.
—Ik denk zelfs, zei juffrouw Baba, dat het goed zou zijn om het op de dag van de geboorte de nooddoop toe te dienen.
—Inderdaad, mompelde mevrouw Dehan met volle mond, je weet nooit wat er kan gebeuren. Geef het kind vervolgens zelf de borst, en als ik u was, als ik over uw geld zou beschikken, dan zou ik proberen om voor de bevalling naar Rome te gaan en me te laten zegenen door de paus. Uw kind zal nooit de liefkozingen, noch de verbeteringen van zijn vader kennen. Hij zal nooit de lieve naam “papa” uitspreken. Laat de zegening van de paus hem tenminste zijn hele leven bijstaan.
En mevrouw Dehan begon te snikken als een stoofpot die overkookt. Macarée stortte haar tranen zo overvloedig uit als een spuitende walvis. Maar hoe verging het juffrouw Baba? Met haar lippen blauw van de bosbessen huilde ze zo hard dat de snikken zich van haar keel verspreiden tot haar maagdelijkheid en haar bijna keelden.
ga door naar hoofdstuk IV: Adel
Noten
* Volgens de klassieke mythologie werd de wijngod Bacchus (Dionysos) geboren uit het dijbeen van Jupiter.
† Kwikinjecties werden gebruikt tegen geslachtsziektes.