Annie
Vorige week raakte ik zijdelings betrokken bij een discussie over een oude vertaling van ‘Annie’, een gedicht van Apollinaire uit Alcools. Over die discussie hopelijk later meer, maar het leidde ertoe dat ik zelf een poging deed om het gedicht te vertalen. Zie hieronder NL + F. Het is geen heel moeilijk Frans, dus een heel woordelijke vertaling heeft weinig nut. Ik heb proberen recht te doen aan de vele klankherhalingen in het origineel en het in het Frans dubbelzinnige ‘bouton’. Er zit ook een spel in met de traditionele dichtkunst. Het zijn onregelmatige verzen, maar de slotregel is een zuivere alexandrijn. Daar heb ik twee keer drie jamben van gemaakt. Het gebruik van ‘il y a’ is volgens de oude regels een doodzonde.
In het fantasietafereeltje over een onbereikbare liefde herkennen we natuurlijk een verwijzing naar Annie Playden. Zij was geen doopsgezinde, maar haar vader was zo streng in de leer dat hij ‘de aartsbisschop van Caterbury’ werd genoemd, zo lees ik bij Padgett. Annie gaf aan Apollinaire de bons onder druk van deze vader, die niet wilde dat haar dochter met een katholiek ging. Ook al delen deze twee vormen van Christendom veel riten. Het opnemen van de mennonieten is een van de vele verwijzingen naar bijzondere religieuze genootschappen bij Apollinaire. In de novelle La Femme Assise spelen bijvoorbeeld mormonen een belangrijke rol.
Padgett wijst er ook op dat Apollinaire topografisch een beetje slordig is; Mobile ligt in Alabama.
Over het woord ‘veston’ in r. 12: Apollinaire gebruikt het als spel met ‘Galveston’. Vertaling met ‘Aan mijn vest ontbreken er twee’ zou qua klank beter zijn, maar een vest is ‘gilet’ in het Frans.
Annie
Aan de kust van Texas
Tussen Mobile en Galveston daar bevindt zich
Een grote tuin helemaal vol rozen
Waarin ook een villa ligt
Die een grote roos is
Een vrouw wandelt vaak
In haar eentje in de tuin
En wanneer ik passeer langs de lindelaan
Dan kijken we elkaar aan
De vrouw behoort tot de mennonieten
Haar rozenstruiken en kleren dragen knoppen noch knopen
Mijn jasje heeft er twee verloren
We volgen nagenoeg precies dezelfde rite
Annie
Sur la côte du Texas
Entre Mobile et Galveston il y a
Un grand jardin tout plein de roses
Il contient aussi une villa
Qui est une grande rose
Une femme se promène souvent
Dans le jardin toute seule
Et quand je passe sur la route bordée de tilleuls
Nous nous regardons
Comme cette femme est mennonite
Ses rosiers et ses vêtements n’ont pas de boutons
Il en manque deux à mon veston
La dame et moi suivons presque le même rite