De vensters (Les Fenêtres)
voorpaginabeeld: Robert Delaunay, Fenêtres ouvertes simultanément (fragm., publ. dom. via Wikipedia, coll. Guggenheim)
Apollinaire schreef aan zijn verloofde Madeleine dat hij dit gedicht een van zijn beste sinds Alcools vond. Het is tegelijkertijd een gedicht dat verschillende van zijn generatiegenoten veel te ver vonden gaan.
’Les Fenêtres’ werd oorspronkelijk geschreven voor een tentoonstellingscatalogus van Robert Delaunay. De titel is een toespeling op diens schilderijenserie met titels, zoals hierboven. Tegelijkertijd is het een verwijzing naar ‘simultaneïstische’ poëzie, waarin van alles tegelijk plaatsvindt, zoals in het moderne leven zelf. De dichter is niet meer de regisseur van een mooi compact verhaal.
Het gedicht werd opgenomen in ‘Ondes’, de eerste sectie van Calligrammes, in april 2018 een eeuw geleden gedrukt.
beeld: Robert Delaunay, Fenêtres ouvertes simultanément (publ. dom. via Wikipedia, coll. Guggenheim)
De vensters
door Guillaume Apollinaire | vertaling: Wouter van der Land
Van rood naar groen sneuvelt al het geel
Als ara’s zingen in hun verre regenwouden
Orgaanvlees van pihi’s
We moeten een gedicht schrijven over de vogel met één vleugel
We sturen het straks door per telefoon
Reusachtig trauma
Het laat de ogen stromen
Daar zit een mooi meisje tussen die jongedames uit Turijn
De arme jongen snuit zijn neus in zijn witte das
Je zal het gordijn omhoogtrekken
En kijk nou daar gaat het venster open
De handen weven licht als spinnen
Schoonheid bleekheid onpeilbare violetten
We zullen tevergeefs op adem willen komen
Om twaalf uur ’s nachts gaan we beginnen
Wanneer je tijd hebt ben je vrij
Alikruik puitaal velerlei zonnen en de zee-egel van de schemering
Een oud paar gele schoenen voor het venster
Torens
De torens zijn de straten
Putten
Putten zijn de pleinen
Putten
Holle bomen die de dolende creoolsen beschutten
De lichtgekleurde zwarten zingen duistere liedjes
Voor hun kastanjekleurige vrouwen
En de gans gan-gan trompettert noordwaarts
Waar jagers op wasberen
Bontvellen schoonschrapen
Eclatante diamant
Vancouver
Waar de trein wit van sneeuw en van nachtelijk vuur de winter ontvlucht
O Parijs
Van rood naar groen sneuvelt al het geel
Parijs Vancouver Hyères Maintenon New York en de Antillen
Het venster slaat open als een mooie oranje
Vrucht van het licht
Toelichting
orgaanvlees van pihi’s ‘Abatis de pihis’. Pihi’s zijn vogels uit de Chinese mythologie die maar één vleugel hebben en daarom in koppels vliegen. Ze komen voor in ‘Zone’. ‘Abatis’ zijn de onderdelen die je meekrijgt bij bijvoorbeeld een geslachte kip, zoals hart, lever, niertjes, kop.
een oud paar gele schoenen voor het venster Er bestaan twee verhalen over de ontstaansgeschiedenis van ‘Les Fenêtres’. Volgens André Billy is het begin ontstaan als doorgeefgedicht van Apollinaire, René Dalize en hijzelf, waarbij ze elk steeds een regel toevoegden. ‘We sturen het straks door per telefoon’ zou slaan op de naderende deadline; het gedicht zou daarom als ‘message téléphonique’ –een soort telegram via de telefoon– verstuurd worden. Volgens de Delaunays is het gedicht echter in hun atelier geschreven, waar toen een oud paar gele schoenen stond.
dolende creolen Apollinaire speelt met toen gangbare aanduidingen van huidskleur en afstamming. ‘Câpresses‘ was een aanduiding voor vrouwen die half-creool, half-zwart waren. ‘Chabins‘ zijn West-Indiërs van gemengde komaf, met een opvallend Europees uiterlijk.
Het venster slaat open als een mooie oranje In La fenêtre s’ouvre comme une orange / Le beau fruit de la lumière verwijst ‘orange’ naar de vrucht, maar hij roept ook de gelijknamige kleur op. Dat lukt niet met het woord ‘sinaasappel’. Het Nederlands kende vroeger het woord ‘oranje’ (zie WNT) voor (bittere) sinaasappels, maar dat leeft alleen voort in oranjebitter. Onze oplossing is woordelijk niet helemaal juist, maar heeft wel de gewenste dubbelzinnigheid en kleur is belangrijk in dit gedicht.
Les fenêtres
door Guillaume Apollinaire
Du rouge au vert tout le jaune se meurt
Quand chantent les aras dans les forêts natales
Abatis de pihis
Il y a un poème à faire sur l’oiseau qui n’a qu’une aile
Nous l’enverrons en message téléphonique
Traumatisme géant
Il fait couler les yeux
Voilà une jolie jeune fille parmi les jeunes Turinaises
Le pauvre jeune homme se mouchait dans sa cravate blanche
Tu soulèveras le rideau
Et maintenant voilà que s’ouvre la fenêtre
Araignées quand les mains tissaient la lumière
Beauté pâleur insondables violets
Nous tenterons en vain de prendre du repos
On commencera à minuit
Quand on a le temps on a la liberté
Bigorneaux Lotte multiples Soleils et l’Oursin du couchant
Une vieille paire de chaussures jaunes devant la fenêtre11
Tours
Les Tours ce sont les rues
Puits
Puits ce sont les places
Puits
Arbres creux qui abritent les Câpresses vagabondes12
Les Chabins chantent des airs à mourir
Aux Chabines marronnes
Et l’oie oua-oua13 trompette au nord
Où les chasseurs de ratons
Raclent les pelleteries
Étincelant diamant
Vancouver
Où le train blanc de neige et de feux nocturnes fuit l’hiver
Ô Paris
Du rouge au vert tout le jaune se meurt
Paris Vancouver Hyères Maintenon New-York et les Antilles
La fenêtre s’ouvre comme une orange
Le beau fruit de la lumière