Apollinaire is geen moeilijke dichter of schrijver, maar er is sinds zijn dood honderd jaar water door de Seine gestroomd. We bespreken hier een aantal typische kenmerken en thema’s van zijn werk.
Geboorte van de moderne kunst
Kunst werd in de negentiende eeuw nog zwaar gedomineerd door tradities, die in kalm tempo evolueerden en vooral de waarden van de hogere klassen weerspiegelden. Daar kwam in de laatste decennia van de eeuw snel verandering in; Parijs veranderde in een laboratorium voor de vernieuwing van alle kunsten, terwijl de stad veranderde in een Industriële, multiculturele metropool.
Alexandrijn
Apollinaire is een moderne dichter, maar die term modern is tegelijkertijd verwarrend. Hij gebruikt namelijk heel vaak traditionele dichtregels, met name de alexandrijn en de octosyllabe. Zie voor uitgebreide informatie over de alexandrijn het Franse Wikipedia-artikel. In het kort: het is een dichtregel van twaalf lettergrepen, die bestaat uit twee helften. De bekendste Nederlandse alexandrijn is van Vondel: Het hemelse gerecht // heeft zich ten lange lesten (NB klemtonen zijn in het Frans minder belanrijk dan in het Nederlands).
De vorm gaat terug op de middeleeuwse Roman d’Alexandre, maar Apollinaire past hem toe in de openingsregel van het toen ultramoderne openingsgedicht ‘Zone’ uit Alcools: À la fin tu est las de ce monde ancien. Ook het eenregelige gedicht ‘Chantre’ is een alexandrijn: Et l’unique cordeau des trompettes marines.
Waarom gebruikt de dichter de vorm zo vaak? Het is allereerst een verwijzing naar de traditie. Voor Apollinaire is deze juist een onderdeel van het moderne, en tegelijk iets waar het moderne mee contrasteert. Daarnaast moet hij het ook een prettige regellengte hebben gevonden.
Autobiografische details
Op het hoogtepunt van de roem van de Beatles, verwerkte Paul McCartney in de wereldhit Penny Lane een vunzige verwijzing naar zijn jeugd: For a fish and finger pie, een pastei die je alleen in het fietsenhok of in de struiken kunt bestellen. Toen de Parijse kunst- en literauur vanaf het einde van de negentiende eeuw in de schijnwerpers van de wereld kwamen te staan, verwerkten ze ook vaak persoonlijke details die bijna iedereen zou ontgaan. Apollinaire doet het aan de lopende band, waarbij we het geluk hebben dat er een paar boekenkasten vol zijn geschreven met mogelijke verklaringen. We ‘weten’ dus wie de rokende Deen in ‘Lundi rue Christine‘ is en wie in hetzelfde gedicht naar Tunis verhuist. In De vermoorde dichter wordt de hoofdfiguur verwekt in het struikgewas door een toevallig passerende muzikant. Dit wordt gezien als de hint over wie de vader van Apollinaire was.
Het is voor het lezen van Apollinaire natuurlijk van oorsprong niet de bedoeling dat je dat weet, de details zijn bewust vaag gehouden. Het is een kunstgreep die je in gedichten anno nu ook nog veel ziet.
Eruditie
Apollinaire heeft geen universitaire studie gevolgd, maar compenseerde dit door zich grondig in te lezen in met name de klassieke literatuur en in mythen & sagen, legenden, ketterijen en obscure woorden van allerlei volkeren. Hij gebruikte deze kennis als ketchup in zijn verhalen en gedichten, maar niet zozeer om intellectueel over te komen. De verwijzingen maken deel uit van zijn plan om het leven in al zijn facetten te bezingen.
Hij maakte gebruik van de symbolische kracht van traditionele vertellingen, maar gebruikt ze ook om ze te laten contrasteren met het moderne leven. Precies dus zoals hij de alexandrijn tegenover vrije verzen plaatst.
Knip- en plakwerk
Apollinaire combineerde regelmatig fragmenten van gedichten met elkaar, om bijvoorbeeld een contrast te krijgen of twee emoties of locaties te combineren. Dit is hetzelfde als collagetechniek met foto’s alleen zie je bij gedichten minder gemakkelijk waar de plakranden zitten. Apollinaires novelle De vermoorde dichter (Le poète assassiné) is ook samengesteld uit oude fragmenten.
Maria
In zijn jeugd in Monaco was Apollinaire lid van de Maria-congregatie en drie van zijn liefdes (Mia, Mareye Dubois en Marie Laurencin) zijn naar de moeder van Jezus vernoemd. Het gedicht ‘Marie’ is een van de drie gedichten die Apollinaire voor een geluidsopname heeft voorgelezen. Kortom, de naam van de heilige maagd is significant.
Naastplaatsing (juxtapositie)
Apollinaire plaats vaak woorden uit verschillende registers, verschillende type dichtregels, etc. naast elkaar. Dit is een van de basisrecepten van de moderne kunst geworden, maar hij gebruikt het nog onbevangen in overvloed.
Octosyllabe
Naast de alexandrijn gebruikte Apollinaire ook vaak achtlettergrepige regels, zowel bij regelmatige als vrije verzen. De vijfregelige strofe van ocotosyllaben is een vorm die Apollinaire naar eigen zeggen nieuw leven in heeft geblazen, bijvoorbeeld met ‘La chanson du mal aimé’:
Et je chantais cette romance
En 1903 sans savoir
Que mon amour à la semblance
Du beau Phénix s’il meurt un soir
Le matin voit sa renaissance.‘La chanson du mal aimé’ (Alcools)
Orpheus
De mythische dichter Orpheus speelt de hoodrol in de Bestiaire en in het door Apollinaire gemunte Orfisme. Orpheus staat voor de dichter-krachtpatser, maar ook voor de natuur en voor het tragische terugblikken. Volgens de mythe verloor Orpheus zijn geliefde Eurydice doordat zij gebeten werd door een slang. Omdat hij zo’n goede dichter was, mocht hij haar van de goden terughalen uit de onderwereld op voorwaarde dat hij niet zou omkijken op de terugweg. Wat hij toch deed.
Extra details: Eurydice was een dochter van Apollo en het wapen van de Kostrowitsky’s bevatte een afbeelding van een slang.
Simultaneïsme
Moderne poëzie bezingt volgens Apollinaire het leven zoals dat zich aandient in al zijn veelzijdigheid. Hij maakte de vergelijking met het lezen van een krant, waar je op één pagina nieuws uit allerlei landen kunt lezen, die simultaan plaatsvinden. Het ‘simultaneïsme’ is bij Apollinaire het meest duidelijk bij zijn beeldgedichten, die niet in een vaste volgorde gelezen hoeven te worden. In verschillende gedichten plaatst Apollinaire verschillende plaatsnamen kort achter elkaar om het effect van zo’n krantenpagina te geven.
Du rouge au vert tout le jaune se meurt
Paris Vancouver Hyères Maintenon New-York et les Antilles
La fenêtre s’ouvre comme une orange‘Les fenêtres’ (Calligrammes)
Tijd
De beleving van de tijd is misschien wel Apollinaires hoofdthema. De Griekse filosoof Herakliet schreef al hoe alles stroomt (‘panta rhei’) en je nooit twee keer in dezelfde rivier kunt stappen. Apollinaire voegt eraan toe dat je dan nog wel de herinnering hebt. In ‘La souris’ uit de Bestiaire vergelijkt hij de tijd met een muis die de jaren genadeloos wegknaagt, in andere gedichten verbindt hij hem met jasmijn, kleur, geur en zelfs met een olijf. In ‘Lundi rue Christine’, een gedicht dat uit flarden van schijnbaar onsamenhangende gesprekken en waarnemingen bestaat, is tijdverwijzing een van de middelen waardoor het gedicht toch samenhang krijgt:
Je partirai à 20 h. 27
(…)
Le danois fume sa cigarette en consultant l’horaire
(…)
La fontaine coule
(…)
La dernière fois que j’ai été en Chine
C’est il y a huit ou neuf ans‘Lundi rue Christine’ (Calligrammes)
Tu
‘Dan sta je met 3–0 achter. Dan weet je dat je de wedstrijd verloren hebt.’ Voetballers gebruiken vaak de tweede persoon wanneer ze het over zichzelf hebben en Apollinaire doet dat ook regelmatig. Beter gezegd: de ‘jij’ in de gedichten is vaak de ‘ik’. In ‘Zone’ worden jij en ik vermengd, in een soort interne dialoog:
Te voici à Amsterdam avec une jeune fille que tu trouves belle et qui est laide
Elle doit se marier avec un étudiant de Leyde
On y loue des chambres en latin Cubicula locanda
Je m’en souviens j’y ai passé trois jours et autant à Gouda
Van dezelfde tekst het manuscript (bron: Gallica.fr BNF):
Woordspeling
Twee hoofdkenmerken van moderne poëzie zijn volgens Apollinaire verrassingseffecten en het hierboven besproken simultanisme: het gelijktijdig laten plaatsvinden van verschillende gebeurtenissen. Een extra fijn effect is het gebruik van woordspelingen, waar bij twee betekenissen tegelijk worden uitgedrukt, maar ook voor verrassing wordt gezorgd. De tweede regel van ‘Zone’: luidt: Bergère ô tour Eiffel le troupeau des ponts bêle ce matin. Apollinaire vergelijkt hier de Eiffeltoren met een herderin (bergère) die bruggen als schaapjes hoedt, maar berge betekent ook oever. In het eenregelige ‘Chantre’ roept het woord cordeau ook het gelijkluidende corps d’eau op: Et l’unique cordeau des trompettes marines.
Een andere woordspeling, uit ‘Le pont Mirabeau’:
Comme la vie est lente
Et comme l’Espérance est violente‘Le pont Mirabeau’ (Alcools)
En van zijn liefdesobject Lou maakt hij een wolf (loup) in een lange vergelijking:
Il est des loups de toute sorte
Je connais le plus inhumain
Mon cœur que le diable l’emporte
Et qu’il le dépose à sa porte
N’est plus qu’un jouet dans sa mainLes loups jadis étaient fidèles
Comme sont les petits toutous
Et les soldats amants des belles
Galamment en souvenir d’elles
Ainsi que les loups étaient douxMais aujourd’hui les temps sont pires
Les loups sont tigres devenus
Et les Soldats et les Empires
Les Césars devenus Vampires
Sont aussi cruels que Vénus
‘C’est Lou qu’on la nommait’ (Calligrammes)