Poëzie en beeld (3): beeld niet meegeleverd
In deze serie onderzoeken we hoe je poëzie met beelden kunt versterken en andersom. In de klassieke dichtbundel Lichtval (1978) van Hans Faverey staan geen plaatjes. In plaats daarvan verwijst hij met hoofdstuktitels als ‘Adriaen Coorte’ en ‘Gezicht op Rhenen’ naar schilderkunst. In het eerstgenoemde hoofdstuk komen frases voor als ‘stenen plint, zonder wie niets plaatsvindt’ en ‘zo toont de aardbei haar bloeiwijze’. Wanneer je de plaatjes erbijgooglet, zoals bovenstaand fragment van ‘Een bakje aardbeien op een stenen plint’ (ca. 1696, bron: Rijksmuseum/studio), worden het bijna platte beschrijvingen. Wanneer je het werk van Coorte kent, maar niet paraat hebt, zijn het poëtische zinnen die je goed weet te plaatsen. Wanneer je Coorte helemaal niet kent, wordt het extreme poëzie.
