Poëzie en klank: Oren aan Hooft
In zeventiende eeuw bestond er in de Nederlanden een extreme liedcultuur. Daar is een paar geleden een studie over verschenen, als ik mij het nieuwsartikel goed herinner. Door alle rangen en standen werd de hele dag door gezongen, zodanig dat buitenlandse bezoekers zich over verbaasden. Ook de dichters uit die tijd deden eraan mee. Een groot deel van het werk van Bredero, Huygens en Hooft bestaat uit liedjes. De Utrechtse muziekgroep Camerata Trajectina heeft veel van deze liederen opgenomen op albums als Oren aan Hooft en De muzikale wereld van Jan Steen. Audiobestanden zijn te beluisteren op de Nederlandse Liederendatabank, zoals bijvoorbeeld via deze link ‘Dartelavondt’ van P.C. Hooft. De CD’s zijn ook nog steeds verkrijgbaar.
De opnames roepen de vergelijking op met de standbeelden uit de klassiek oudheid. Terwijl deze zonder uitzondering beschilderd werden, kennen wij ze eigenlijk alleen als kaal en is dit zelfs ons prototype van hoe een beeld moet zijn. Op dezelfde manier kennen de meeste mensen de liederen van Hooft en zijn tijdgenoten als muziekloze gedichten, dat wil zeggen vóór de opnames van Camerata Trajectina.
Hoe wisten zij hoe de liederen geklonken moeten hebben? Het was de gewoonte was om liedteksten te schrijven op een bekende melodie en die stond er in de gedrukte uitgaves vaak bij aangegeven: ‘op de wijs van: …’
Maar daarmee ben je er nog niet, want van de bekende liedjes van die tijd zijn de melodieën vaak verloren gegaan. Van Bredero’s ‘Twee-spraack van Twee Buur-Wyven‘ (link naar DBNL) luidt de aanwijzing: ‘Stem: ’t Schaep dat voer naer Alleckmoer’. Van dat laatste lied kennen we buiten de titel en vermoedelijk de gelijkluidende eerste regel niet eens de tekst. Musicoloog en Camerata Trajectina–lid Louis Grijp wist veel van dit soort puzzels op te lossen door muziekarchieven uit te pluizen op zoek naar liederen die met verschillende melodie-aanwijzingen vergezeld gaan. Hij vond bijvoorbeeld een lied dat zowel aangeduid werd als op de wijs van ”t Schaep…’ als een andere melodie, waarvan de noten wél zijn overgeleverd. De audio van Bredero’s lied vind je hier.
Beeld: Johannes Lutma, Portretbuste van P.C Hooft (bewerkt fragment), via Rijksmuseum/Rijksstudio
