Terug naar Mallorca
foto achtergrond: Alf Igel, Flickr, creative commons licentie. Foto Marsman: publiek domein.
We citeerden eerder het gedicht ‘Mallorca’ van Hendrik Marsman. De prominente literatuurwetenschapper Jacob Jan Oversteegen, zo las ik later, gaf juist dit gedicht als voorbeeld van waarom Marsman hem tegenstond. Als dichter, niet als persoon (DBNL): ‘Marsmans poëzie, dat voor mij bijna al zijn gedichten lokaal, en zeer vele ervan geheel, onleesbaar maakt: valse beeldspraak òf een te overdadige, en daarbij steevast inkonsekwente. Jammer, het is zo’n aardige man.’
Hieronder de bespreking van Oversteegen van ‘Mallorca’:
Om te laten zien, hoe het verzet van een bepaald soort lezer, het soort waar ik toe behoor, opgewekt wordt, geef ik hier nog enkele voorbeelden van ongelukkige wendingen.
Het gedicht Mallorca, op p 130, is zo opgebouwd:
‘Oase in zee
afrikaans klokgelui
dorpen met huizen, die van binnen wit zijn
liggen in grijze blokken in de dalen,
(volgen twaalf ongeveer gelijke regels, dan:)
en onder duizendjarige loof van eiken
het rijpe terra cotta van den grond.afrikaans klokgelui –
oase in zee.’
Typografisch al doet dit gedicht een sterk beroep op onze visuele beleving. Volgens een apollinarisch recept vormen de regels samen een Mallorca op het papier, de impressie van een eiland dat in vogelvlucht gezien wordt. De chiastische gelijkheid van begin en eind (fraai: met het laatste woord zijn wij weer bij de zee gekomen), versterkt dit effekt, evenals de met de strijkende blik meegaande beschrijving van het eiland. Volmaakt in tegenspraak met dit perspektief, dat met zo uitdrukkelijke middelen tot stand gebracht wordt, is echter de mededeling: ‘huizen die van binnen wit zijn’. De lezer denkt: hoe weet je dat? en voelt zich buiten de situatie geplaatst.
J.J. Oversteegen, ‘Marsman voor jong en oud’, Raster jaargang 1, beschikbaar op de DBNL.
Marsman wordt nu juist weer gewaardeerd vanwege zijn helderheid, en misschien ook omdat minder loepzuivere beeldspraak geen zonde meer is.