De grens tussen proza en poëzie
Al meer dan honderd jaar geleden werd er geconcludeerd dat de grens tussen poëzie en proza was vervaagd. Dat kon ook niet anders, want in de negentiende eeuw werden het prozagedicht en gedichten met niet-rijmende regels van gevarieerde lengte als genres geaccepteerd. Het lag toen voor de hand om de termen ‘poëzie’ en ‘proza’ te schrappen en te vervangen door een algemene term als ’taalkunst’ of ‘woordkunst’. Dit gebeurde niet en anno nu is poëzie nog altijd een afgezonderd genre. Proza en poëzie verschillen als groen en geel met daartussen een grijs tussengebied waarover geruzied kan worden of weggezet wordt als avant-garde. Het ancient regime levert dus nog altijd de norm en de poëzie van vandaag is in feite nog altijd een stilistische variatie op wat er in de negentiende eeuw en eerder geschreven werd, zoals de huidige thrillers een variatie zijn op het oude romangenre. De overheid heeft steunend op een Tweede Kamermeerderheid onlangs het gebruik van wilde dieren in her circus verboden omdat dit gezien wordt als een barbaarse gewoonte uit vroeger tijden. Maar diezelfde overheid laat nu onderzoek doen hoe poëzie door wettelijke regelingen voor uitgevers als kunst ondersteund kan worden.