Waarover spraken Jarry en Apollinaire op de Boulevard Saint-Germain?
voorpaginabeeld: Mark Turner (Flickr, CC BY-NC-SA 2.0); foto’s Apollinaire en Jarry publ. dom. via Wikipedia
Een cruciale gebeurtenis in het leven van Guillaume Apollinaire, en daarmee voor de moderne westerse poëzie, was de zijn kennismaking met Alfred Jarry. Hun eerste ontmoeting vond plaats tijdens een literair avondje. Wat gebeurde daar en waarover spraken zij?
Reconstructie
Op 18 april 1903 daalde de tweeëntwintigjarige Apollinaire af in het keldercafé Au Soleil d’Or op het Place St. Michel nr 1. Hij was door het literair tijdschrift La Plume uitgenodigd om een paar gedichten voor te dragen op de plek waar eerder grootheden als Paul Verlaine hadden gestaan. Het ging er daar ongeveer zo aan toe:
Een van de gedichten die Apollinaire voorlas was zijn ‘Ode au prolo’, een ode aan de werkman in onberispelijke klassieke alexandrijnen. In die tijd waren de strenge regels van de klassieke Franse poëzie nog steeds normgevend, maar al sinds Victor Hugo werd dit corset stukje bij beetje losgemaakt.
Een van de grote vernieuwers van de literatuur was die avond aanwezig: Alfred Jarry. We kennen hem allemaal van het baanbrekende toneelstuk Ubu Roi, maar hij was ook een verdienstelijke symbolistische dichter. Een van de gedichten die hij deze soirée zou voordragen, was ‘Bardes et cordes‘. Het is een vrolijk opstandig gedicht, gebaseerd op de gevleugelde uitdrukking ‘rimer comme hallebarde et miséricorde‘, het schoolvoorbeeld van NIET-rijmen. Jarry laat maar liefst tien keer –arde op –orde rijmen, met als laatste twee regels:
Les Suisses du pavé heurtent la hallebarde :
Seigneur, prends le défunt en ta miséricorde.
Jarry’s gedicht is net als dat van Apollinaire twaalflettergrepig, maar lang niet alle regels van Jarry zijn alexandrijnen.
Klik
Apollinaire zal beseft hebben dat hij nog veel had in te halen, maar tot zijn verbazing sprak Jarry hem na afloop aan, waarbij deze uit het hoofd een ketters gedicht citeerde uit Apollinaires verhaal ‘L’Hérésiarque’:
Ils étaient trois hommes
Sur le Golgotha
De même qu’au ciel
Il sont en Trinité
Ondertussen was de bar geopend en in zijn I.M. over Jarry schrijft Apollinaire:
We sloten vriendschap tijdens een glas stout. Hij droeg een gedicht voor met metaalachtige rijmklanken op -orde en -arde. Nadat we hadden geluisterd naar een nieuw chanson van Cazals, gingen we er vandoor tijdens een dolle cakewalk waarin René Puaux, Charles Doury, Robert Scheffer en twee vrouwen met verward haar in verstrikt raakten.
In het Journal Intime kunnen we lezen dat Jarry en Apollinaire vervolgens een biljartcafé opzochten, samen met de schrijver Armory en Apollinaires Noorse drinkvriend Arne Hammer. Rond 3 uur liepen Jarry en Apollinaire terug naar huis en de laatste herinnerde zich:
Ik bracht bijna de hele nacht heen en weer lopend over de Boulevard Saint-Germain door met Alfred Jarry en we spraken over heraldiek, ketterijen en de dichtkunst.
Zoals in Jalta de toekomst van de wereld werd besproken, werd hier de toekomst van de poëzie besproken.
beeld: Mark Turner (Flickr, CC BY-NC-SA 2.0); foto’s Apollinaire en Jarry publ. dom. via Wikipedia