Hendrik Marsman, ‘Mallorca’
foto: Alf Igel, Flickr
De enige keer dat ik op Mallorca was, was voor een zonvakantie in 2008. De keuze was gevallen op El Arenal, een badplaatsje aan de baai van Palma. De nabijheid van de stad gaf ons de kans om ook een beetje hoogcultuur mee te pakken, was het idee. Voor cultuur was het echter niet nodig om de pendelbus naar Palma te nemen: El Arenal is de bakermat van de Ballermanncultuur, de Duitse zon-zee-en-zuipentraditie op ‘Malle’. Hier bevindt zich de bekende Schinkenstrasse met naast verschillende fastfoodloketten het meerdere verdiepingen tellende feestcafé Der Bierkönig. In het jaar dat we daar waren, scoorde de Keulse zingende kaper Tim Toupet een megahit met zijn single ‘Ich bin ein Döner’, dat hij volgens posters bij dit café hier een week na ons verblijf live zou komen zingen.
Vanaf het strand van El Arenal zie je in de verte de vliegtuigen af en aan vliegen en zie je bussen van en naar het vliegveld rijden. Je bent je voortdurend bewust van waar je daar toe behoort: het als een uurwerk georganiseerde massatoerisme. Dit voelt helemaal niet onprettig. Het water van de baai heeft een temperatuur alsof ze wisten dat je zou komen.
Op het terras van Der Bierkönig kun je aan de mate van bruining van de huid zien wie de nieuwkomers zijn en wie op het punt staat om weer te vertrekken. De nieuwelingen weten dat ze geen tijd te verliezen hebben. Al tijdens hun eerste pul bier haken ze in bij het speciale dansje dat bij de Döner-song hoort. Het lied komt zes keer per uur voorbij.
De middenstand va El Arenal heeft zich geplooid naar de vooral Duitse en Nederlandse gasten. Vrijwel restaurants serveren voor de zekerheid schnitzel en patat voor 8 euro. Een tapasbar serveert tapas en schnitzel met patat; een pizzeria serveert pizza’s, pasta en schnitzel met patat. Alleen de Chinees durft het aan om zuiver Chinese gerechten te serveren, all-you-can-eat voor 9 euro.
Wanneer we teruglopen naar ons appartement zien we vanaf de boulevard dat er nog altijd badgasten langs de baai op het strand liggen. Dan gebeurt er iets wonderlijks. Uit allerlei stegen en straten komt opeens de lokale bevolking de boulevard opstromen. In honderdtallen dalen ze in gewone burgerkleding over de trappen af naar het strand. Het doet denken aan schildpadden die zich puur door instinct gedreven op hun vaste strand werpen, ook al is het een toeristenstrand geworden. De Spanjaarden duwen papieren bootjes met waxinelichtjes de baai in. Het is Sint Jan, dus daar zal het mee te maken hebben. In Nederland is het aspergeseizoen afgelopen.
MALLORCA
Oase in zee
afrikaans klokgelui
dorpen met huizen, die van binnen wit zijn
liggen in grijze blokken in de dalen,
onder het blauw van een verterend zonlicht,
dor en amechtig in den drogen gloed.tussen Andraitx en Formentor een bergrug –
tot aan den top begroeid met steeneik en olijven
en door een duister gloeiend rood doorvlekt.
lager ontspringen dan de bergterrassen
die trapsgewijze langs de helling dalen,
door lage muren zorgelijk gestut.koren, cypressen, sinaasappelgaarden,
de zilverstroken van de kleine baaien,
die schuimend breken op de stille kapen
en onder duizendjarig loof van eiken
het rijpe terra cotta van den grond.afrikaans klokgelui —
oase in zee.
Hendrik Marsman, ‘Mallorca,’ Verzameld werk, Amsterdam 1979 (1960).

 
																			 
																			 
																			