Wat is tcha-tcha – deel 2: het recept
foto: Wouter van der Land
We ontdekten in een vorige post wat tchatcha is, de bosbessencompote of -moes die Apollinaire in het verhaal ‘Que vlo-ve?’ noemt en die daar met melk wordt aangeraden ter bevordering van de ingewanden. Om er meer over te leren, probeerden we het vandaag te maken, met interessant resultaat!

Ingrediënten
We kochten bij de Jumbo een bakje blauwe bessen van 125 gram, een neefje van de blauwe bosbes, dus niet de echte myrtilles. Hiervan wogen we 100 gram af. Verdere ingrediënten waren een scheutje water en drie suikerklonten (15 gram).
Bereidingswijze
We wasten de bessen en lieten ze uitlekken. Daarna goten we een heel dun bodempje water in een steelpannetje en voegden de 3 suikerklontjes toe. We staken het vuur aan en roerden tot de suiker was opgelost. Bessen erbij en vuur zacht. Het bleek dat de bessen heel snel zacht worden, dus we hebben ze hooguit een paar minuten tegen de kook gehad. We hebben een klein beetje van de siroop afgegoten (niet weggooien!) en de rest in een bakje gestort, zie de foto. Een beetje geprakt nog met een vork. Alternatief: je zou de bessen ook kort kunnen stomen in een metalen zeef, tot ze steriel en heet zijn. Daarna prakken met suiker.
Smaak en presentatie
Tchatcha is heerlijk, helemaal als het vers en warm uit de pan komt. Iets meer suiker zou misschien nog lekkerder zijn, maar je proeft zo nog goed de vruchtensmaak. We eten het vanavond bij een schnitzel. Natuurlijk heb ik het ook met melk gemengd. Ik heb eerst expres iets gegeten waar mijn maag wat onrustig van wordt. Daarna tcha-tcha door een klein glaasje melk geroerd. Dit haalt het niet bij onze moderne smoothies, maar het is best lekker en de bessen zijn zo zacht dat je ze gemakkelijk drinkt. Mijn maag kwam inderdaad direct tot rust.
Perfect voor een Apollinaire-diner
Wanneer je gasten te eten hebt uitgenodigd, is het altijd lastig om een menu samen te stellen. Het werk van Apollinaire leent zich uitstekend voor een thema-avond, van aperitief tot nazit en deze tchatcha mag daarbij niet ontbreken, liefst met een glaasje peket (of melk) ernaast en met zelf geplukte wilde bosbessen.
