Adjectieven tellen
De Amerikaanse poëziewebsite PoemShape bespreekt een methode om de kwaliteit van gedichten te controleren. Namelijk door alle bijvoeglijke naamwoorden te markeren of te tellen. Beginnende dichters gebruiken vaak te veel adjectieven, terwijl gevorderde dichters er spaarzaam gebruik van maken, met uitzonderingen als John Keats.Om welk mechanisme gaat het hier?
Waarom gebruiken beginnende en matige dichters veel bijvoeglijke naamwoorden?
We gaan er maar even vanuit dat de stelling klopt. Waarom zijn adjectieven aantrekkelijke woorden voor beginnners? Een eerste reden kan zijn dat zij bekende prototypes navolgen, zoals brede rivieren die traag door oneindig laagland stromen. Een tweede reden is dat je bij metrische poëzie met bijvoeglijke naamwoorden gemakkelijk een passende voet aan je regel toe kunt voegen. Een derde reden is dat ze de gemakkelijkste manier zijn om iets nader te omschrijven. Een vierde is dat veel bijvoeglijke naamwoorden symboolwaarde hebben of beelden oproepen. Tot slot hebben beginners een natuurlijke neiging om te overdrijven. Wie voor het eerst een fietsband plakt, gebruikt vaak teveel lijm, uit vrees dat het lek anders niet gedicht zal worden. De beginnende dichter vreest niet poëtisch genoeg te zijn en gebruikt teveel adjectieven.
Waarom maken veel bijvoeglijke naamwoorden een gedicht slecht?
Bijvoeglijke naamwoorden zijn een stijlfout wanneer ze meer kosten dan ze opleveren en minder opleveren dan alternatieve oplossingen. Een adjectief voegt meestal sfeer en precisie toe, maar overdaad hiervan gaat ten koste van de concentratie van betekenis en stijleffecten. En dat laatste is iets wat we in een gedicht hoger waarderen dan precisie. En zo kom je tot de regel dat een adjectief buiten precisie en/of het ritmisch vullen van de regel een een extra functie moet hebben. In de genoemde versregel van Marsman zie je bijvoorbeeld dat de woorden breed, traag en oneindig weinig precisie toevoegen en vooral de regel rekken. Maar daarmee beelden ze uit wat ze vertellen en vervullen ze dus zo’n extra functie. Bovendien zijn adjectieven juist wel functioneel bij een sentimenteel beeld. Die brede rivieren in dat oneindige laagland zijn onze white cliffs of Dover.