Hendrik Marsman, ‘Landschap’
Onlangs kocht ik voor één euro het verzameld werk van Hendrik Marsman, ooit een god onder de Nederlandse dichters. In het plaatje het gedicht ‘Landschap’, een voorbeeld van beschrijvingspoëzie met een kleine hoeveelheid stijlmiddelen, waarbij Marsman zoals altijd net iets harder in de tube knijpt dan nodig lijkt. Hij gebruikt in dit gedicht zowel eindrijm als alliteratie, assonantie en klinkercontrast Het is evengoed een minimaal gedicht. Je moet er als lezer zelf iets bij denken en/of bij voelen om het af te maken.
Inhoudelijk draait het gedicht om het contrast/eenheid van door mensen geschapen landschap en de vrije natuur van de vogels. Het is een stil landschap, zoals een landschapsschilderij. De klanken komen voort uit het gedicht zelf en de klankeffecten hebben niets met de inhoud te maken. Het resultaat is afstandelijkheid.