De wet van de gematigde vernieuwing
De meeste menselijke creativiteit is maar heel beperkt creatief. Dat komt dat mensen een aangeboren weerzin tegen vernieuwing en verandering hebben. We hebben een fanatieke drang om nieuwe wijn in oude zakken te gieten. De zelfsturende elektrische auto’s die over een jaar of tien de norm zullen zijn, zijn nog steeds gemodelleerd naar de koets. Musea zijn nog steeds ene voortzetting van de curiosaverzamelingen van de Europese adel. Onze taal heeft nog duidelijke verwantschap met die van een Aziatisch steppevolk van 7.000 jaar geleden. Onze politieke partijen zijn bedoeld om negentiende-eeuwse problemen aan te pakken. Etcetera. Niemand ontkomt eraan. Zelfs de meest vernieuwende uitvinders of kunstenaars zijn in zeer veel opzichten aartsconservatief. Dichters roepen vaak heel hard dat ze een kunst beoefenen waarin alles mag, maar hoe nieuw is het om voor een select publiek van gelijkgestemden een tekst van een regel of veertien voor te lezen van papier?