La Grenouillère
voorpaginabeeld: Gallica.fr | BnF
Leo van der Sterren vertaalde de zes gedichten die verschenen in Vers et Prose, nummer XXXV, oktober – december 1913. De gedichten werden opgenomen in de door Jean Royère samengestelde bundel Il y a, die zeven jaar na Apollinaires dood werd uitgegeven. We beginnen met ‘La Grenouillère’.
La Grenouillère
Guillaume Apollinaire | vert. Leo van der Sterren
Aan de oever van het eiland ziet men 1
Lege kano’s die tegen elkaar botsen
En nu
Noch op zondag noch op weekdagen
Noch de schilders noch Maupassant varen er 5
De armen bloot in hun kano’s met vrouwen met grote borsten
En dom als kool
Kleine bootjes jullie hebben me veel pijn gedaan
Aan de oever van het eiland
– – – – –
Au bord de l’île on voit 1
Les canots vides qui s’entre-cognent,
Et maintenant
Ni le dimanche, ni les jours de la semaine,
Ni les peintres ni Maupassant ne se promènent 5
Bras nus sur leurs canots avec des femmes à grosses poitrines
Et bêtes comme chou.
Petits bateaux vous me faites bien de la peine
Au bord de l’île.
La Grenouillère, de Kikkerpoel, net ten noorden van Versailles, was vanaf het einde van de negentiende eeuw populair als vakantieoord. Omdat het met de trein gemakkelijk te bereiken was, maakten veel Parijzenaars er dagtripjes naar toe. La Grenouillère had verschillende baden, bootverhuurbedrijven en een drijvend café. De schilders Monet en Renoir verbleven er vaak en maakten er verschillende schilderijen, vaak naast elkaar werkend. Op het Île de la Chausée in de Seine ligt tegenwoordig een Promenade de la Grenouillère.
Toen zijn moeder zich in 1904 in Le Vésinet vestigde, frequenteerde Apollinaire deze omgeving (Le Vésinet, Chatou en Bougival) met enige regelmaat. Het gedicht stamt dan ook uit dat jaar. En de enigszins bittere toon doet vermoeden dat de datum van ontstaan na mei 1904 ligt, als Annie Playden een einde aan hun relatie heeft gemaakt en Apollinaire in ‘La ballade de mal-aimée’ het meest uitgebreid en indrukwekkend uitdrukking geeft aan zijn verdriet en teleurstelling. ‘La Grenouillère’ is op muziek gezet door Francis Poulenc (FP96, beluister op YouTube).
De schilders (regel 5) zijn dus Monet en Renoir (onder anderen). Guy de Maupassant refereerde in verschillende teksten (bijvoorbeeld in ‘Yvette’, zie archive.org) aan La Grenouillère.
La Grenouillère door Monet en Renoir (publ. dom., via Wikipedia)