Poëzie en de vaste boekenprijs
Afgelopen week besloot het kabinet om de vaste boekenprijs voor papieren boeken de komende vier jaar te handhaven. De reden hiervoor is ondermeer dat de staat de dichtkunst wil steunen: ‘Van de winst op goedverkopende titels kunnen boekhandels risicovolle titels, zoals poëzie en boeken van beginnende en minder bekende schrijvers inkopen en uitgevers meer risico nemen bij het publiceren van deze titels.’ (bron: overheid.nl) Of de vaste boekenprijs helpt weet de overheid niet en daarom komt er onderzoek en een innovatiecentrum: ‘Over twee jaar komt er een tussentijdse rapportage over innovatie, digitalisering en kruissubsidiering in de boekensector.’
Er zijn voor de overheid een paar ongemakkelijke waarheden:
- De productiekosten van een dichtbundel zijn laag; uitgevers lopen hier zeer weinig risico mee. Dichters worden NIET betaald voor de uren dat ze aan een bundel hebben gewerkt.
- Er is geen economisch gezonde belangstelling voor serieuze poëzie wanneer bundels voor rond de 15 EUR worden uitgebracht.
- Het helpen om poëzie uit te geven of neer te leggen in de boekhandel heeft geen directe link met de ontwikkeling van de poëzie als kunstvorm.