De valse messias Amphion of Geschiedenis en avonturen van de baron d’Ormesan I: De gids
beeld: Gallica.bnf.fr / BnF
Als schrijver van korte verhalen is Guillaume Apollinaire een stuk minder bekend dan als dichter. Dat is ook wel logisch, maar veel verhalen zijn zeer de moeite waard en sommige zijn geweldig. Met vaak verrassende plotwendingen en alle ruimte voor fantasie loopt hij vooruit op schrijvers als Roald Dahl. Het verhaal ‘De gids’ is het eerste deel van de suite over de baron d’Ormesan uit L’Hérésiarque et Cie. Diens naam is een bijna-anagaram van ‘d’Aspremont’, de minnaar van Apollinaires moeder en het zwarte schaap van zijn familie. In dit verhaal vindt de baron een nieuwe kunstvorm uit, een thema dat Apollinaire vaker aanboort.
Ik had Dormesan, een van mijn oude klasgenoten, al vijftien jaar niet meer gezien. Ik wist alleen dat hij –nadat hij een aanzienlijk fortuin opgebouwd en over de balk gesmeten had– in Parijs rondleidingen gaf aan buitenlanders.
Op een dag kwam ik hem tegen, vlak voor een van de grootste hotels aan de boulevards. Traag kauwend op een sigaar wachtte hij geduldig op klanten.
Hij herkende mij als eerste en hield mij tegen bij het voorbijgaan. Toen hij zag dat zijn gezicht bij mij geen herinnering opriep, zocht hij in zijn zakken en gaf mij vervolgens zijn kaartje met de tekst: Baron Ignace d’Ormesan.
Ik omhelsde hem. Zonder mij te verbazen over zijn zonder twijfel recente verheffing in de adelstand, vroeg ik hem of de zaken goed gingen en of de buitenlandse gasten wel gul genoeg waren.
’Houdt u mij voor een gids?’, riep hij boos, ‘een gids, een simpele gids?!’
’Ik dacht…’, stamelde ik, ‘ze hadden me gezegd dat…’
’Ho even! Degenen die je dit hebben verteld hielden je voor de gek. Je doet me denken iemand die aan een aan een bekende kunstschilder zou vragen of het wilde vlotten met het gebouw. Ik ben een kunstenaar, beste vriend, en sterker nog, ik heb mijn kunstvorm zelf uitgevonden en ben de enige die haar beoefent.’
’Een nieuwe kunstvorm? Toe maar!’
’Maak er geen grapje van!’ zei hij streng, ‘ik meen dit serieus.’
Ik maakte mijn excuses en hij vervolgde bescheiden:
’Ik ben onderwezen in alle kunsten en blonk in alle uit, maar de artistieke vakken zijn allemaal overbezet. Wanhopig om mij nog een naam als schilder te vestigen, verbrandde ik al mijn schilderijen. Ik zag af af van de poëtische lauweren en verscheurde ongeveer honderdvijftigduizend gedichten. Terwijl ik zo mijn vrijheid in het esthetische domein verkreeg, vond ik een nieuwe kunstvorm uit, gebaseerd op de peripatetische leer van Aristoteles. Ik gaf de kunst als naam de ‘amphionie’, als toespeling op de vreemde macht die Amphion bezat over stenen en verschillende bouwmaterialen voor steden.
Gerard Edelinck, Amphion bouwt de muren van Thebe (Rijksstudio, publ. dom.)
Mensen die de amphionie beoefenen, zullen overigens ‘amphions’ genoemd worden.
Omdat een nieuwe kunstvorm om een nieuwe muze vroeg en omdat ik bovendien zelf de schepper van deze kunst was en derhalve zijn muze, voegde ik aan het gezelschap van de negen zusters simpelweg mijn vrouwelijke personificatie toe, onder de naam ‘barones D’Ormesan’. Ik moet erbij vertellen dat ik vrijgezel ben en dat ik des te minder bezwaren had om het aantal muzen op tien te brengen, omdat ik daarmee in overeenstemming was met de wetten van mijn land, wat betreft het decimale stelsel.
Nu hiermee de historische oorsprong en de mythologische grondgedachten van de amphionie –zo lijkt mij– verhelderd zijn, zal ik mijn kunst nader uitleggen.
Medium en onderwerp van deze kunst worden gevormd door een stad, waarbij het erom draait een gedeelte ervan te doorlopen, zodat in de geest van de amphion of de liefhebber gevoelens voor het schone en en het sublieme opgewekt worden, zoals de muziek, de poëzie, etc. dat doen.
Om de door de amphion gecomponeerde stukken te bewaren en om ze opnieuw uit te kunnen voeren, noteert hij ze op een stadsplattegrond, door middel van een lijn die de te volgen route zeer nauwkeurig markeert. Die stukken, die gedichten, die amphionische symphonieën heten ‘antiopeën’, naar Antiope de moeder van Amphion.
Parijs is de plaats waar ik de amphionie beoefen.
Hier heb ik een antiopee die ik vanmorgen heb gecomponeerd. Ik heb hem de naam ‘Pro Patria’ gegeven. Zoals de titel aangeeft, is hij bedoeld om enthousiasme en patriottische gevoelens op te wekken.
We vertrekken vanaf het place Saint-Augustin, waar zich een kazerne en het standbeeld van Jeanne d’Arc bevinden. Vervolgens volgen we de la rue de la Pépinière, de rue Saint-Lazare en de rue de Châteaudun tot aan de rue Laffitte, waar we een groet brengen aan het Rothschildhuis. Via de grote boulevards keren we terug tot aan de Madeleine. Grote gevoelens komen tot uiting bij de aanblik van de Kamer van Afgevaardigden. Het ministerie van Marine, dat we voorlangs passeren, zorgt voor verheven gedachten over de nationale defensie, waarna we de Champs-Élysées oplopen. Een extreme emotie maakt zich van ons meester wanneer we het massieve blok van de Arc de Triomphe zien verrijzen. Bij het aanschouwen van de Dôme des Invalides schieten de ogen vol tranen. We slaan vlug af naar de avenue Marigny om deze geestdrift vast te houden, die tot een hoogtepunt komt voor het Élysée-paleis.
Ik zal u eerlijk bekennen dat deze antiopee lyrischer zou zijn en meer aanzien zou geven, wanneer hij voor een koninklijk paleis zou kunnen eindigen. Maar wat wilt u? We moeten de zaken en de steden nemen zoals ze zijn.’
’Maar ik beoefen de amphionie elke dag’, zei ik lachend. Het is gewoon een wandeling…
’MeneerJourdain!… riep de baron d’Ormesan uit, u heeft gelijk, u bedreef de amphionie zonder het te weten.’
Op dat moment kwam een groep vreemdelingen uit het hotel; de baron schoot erop af en sprak hen toe in hun eigen taal. Vervolgens riep hij mij:
’U ziet het, ik ben polyglot. Maar komt u met ons mee. Ik ga voor deze toeristen een ingekorte antiopee uitvoeren, zoiets als een amphionisch sonnet. Het is een van de stukken die me het meeste opleveren. Hij is getiteld ‘Lutetia’ en dankzij enkele niet dichterlijke, maar amphionische vrijheden maakt hij het mij mogelijk om heel Parijs in een half uur te laten zien.
De toeristen, de baron en ik klommen op het imperiaal van de omnibus op de lijn Madeleine-Bastille. Toen we voorbij de Opéra kwamen maakte de baron ons daar met luide stem op attent. Wijzend op het bijkantoor van
de CNEP-bank voegde hij daaraan toe: ‘Palais du Luxembourg, de Senaat.’
beeld: Gallica.bnf.fr / BnF
Voor het café Napolitain zei hij op gezwollen toon: ‘De Académie française’.
Voor de Crédit Lyonnais wees hij ons op het Élysée en op die manier doorgaand had hij ons toen wij bij de halte Bastille aankwamen onze belangrijkste musea, de Notre-Dame, het Panthéon, de Madeleine, de grote warenhuizen, de ministeries en de woningen van onze overleden en levende beroemdheden getoond; kortom, alles wat een vreemdeling in Parijs moet zien. We daalden af van de omnibus. De toeristen betaalden de baron d’Ormesan royaal. Ik was blij verrast en vertelde dat hem. Hij bedankte me bescheiden en we namen afscheid.
beeld: café Napolitain (publ. dom.)
Een tijdje later ontving ik een brief die was verzonden uit de gevangenis van Fresnes, ondertekend door de baron d’Ormesan:
’Beste vriend’ schreef de kunstenaar me, ‘ik had een antiopee gecompeneerd met als titel ‘Het gulden vlies’. Ik voerde haar op een woensdagavond op. Ik vertrok vanuit mijn woonplaats Grenelle per rondvaartboot. Het was, zoals u zult begrijpen, een erudiete evocatie van de mythe van de Argonauten. Tegen middernacht verbrijzelde ik enkele etalages van juweliers in de rue de la Paix. Ik werd op ruwe wijze gearresteerd en ik werd gevangengezet onder het voorwendsel dat ik
op onrechtmatige wijze de verschillende gouden voorwerpen had verkregen, die samen het Gulden vlies, het doel van mijn antiopee, vormden.
De rechter van instructie begreep niets van de amphionie en ik zal worden veroordeeld wanneer u niet ingrijpt. U weet dat ik een groot kunstenaar ben. Maak dat duidelijk en bevrijd mij.’
Omdat ik niets voor de baron d’Ormesan kon doen —en omdat ik niet graag met Justitie te maken wil hebben— heb ik hem geeneens geantwoord.